Een vriend van mij is werkzaam in de makelaarssector. Alles goed en wel, maar hij is een enorme opschepper. Hij doet zich in het algemeen vaak beter voor dan hij is en zeker als het neerkomt op zijn werk. Ik bedoel, zo bijzonder is zijn beroep toch niet? Er zijn meer mensen werkzaam in dat gebied. Maar goed, hij laat geen kans onbenut om te vertellen over zijn ervaringen en vooral over zijn prestaties. Onlangs werd het helaas nog een stapje erger. Hij had besloten carrière te maken op een ander gebied. Blijkbaar was hij op zoek naar een nieuwe uitdaging om zichzelf weer eens te bewijzen. Nu wilde hij namelijk horecamakelaar worden. Ik snapte niet waar deze ambitie ineens vandaan kwam, maar hij moest en zou werkzaam zijn in de horeca. Makelaar wilde hij sowieso wel blijven, dus horeca makelaar was dan een voor de hand liggende keuze. Hij was er ook van overtuigd dat men hem nodig had in de horeca. Makelaar zijn zat in zijn bloed en dus hadden ze precies zo iemand als hem nodig. Tja, hoewel het mijn vriend is, hoopte ik stiekem toch dat hij de baan als horecamakelaar niet zou krijgen. Ik dacht dat het juist niet goed was voor de horeca. Makelaar zijn is waar mijn vriend goed in was, maar absoluut niet in deze sector, zo vond ik. Er was vast wel een andere, betere horecamakelaar te vinden die niet zo arrogant was als dat hij was. Maar hij moest en zou werken in de horeca. Makelaar vond hij een leuk beroep, maar het bood hem momenteel te weinig uitdaging en afwisseling. Dus vond hij zichzelf geknipt voor de functie van horeca makelaar.
Natuurlijk schreef hij een geweldige brief en hij ging er vanuit dat hij aangenomen zou worden. En inderdaad, hij werd uitgenodigd voor een eerste gesprek. Hij vertelde met groot enthousiasme over zijn liefde voor de horeca. “Makelaar”, zo zei hij bovendien, “wil ik nog heel lang blijven. En dus zie ik de perfecte combinatie voor mij in de functie van horecamakelaar”. Hij vertelde ook over zijn kennis van de horeca. Makelaar zijn in deze sector was voor hem de perfecte baan, zo vertelde hij. En toch… is hij het uiteindelijk niet geworden. De sollicitatiecommissie was te spreken over zijn ervaring, maar niet over zijn arrogantie. Men was op zoek naar iemand die bescheiden was. En ik lachte in mijn vuistje.