CNC staat voor Computer Numerical Control, het via de computer aansturen van machines. Deze werkmachines kunnen heel precies onderdelen maken uit bijvoorbeeld hout of metaal. CNC-machines kunnen bijvoorbeeld cnc frezen of cnc draaien.
Jaren 50 CNC is ontwikkeld door de defensie-industrie in de jaren 50. Tijdens de Koreaanse Oorlog (1950-1953) kwam dit in een versnelling door de grote vraag naar zeer nauwkeurige onderdelen voor wapens en vliegtuigen. Met CNC-machines is dit snel in grote hoeveelheden te maken.

Productie omgeving

Een serie van CNC machines kan worden gecombineerd tot één station, wat een “cell” genoemd word, dit om makkelijk een onderdeel te kunnen maken, welke meerdere stations nodig heeft. CNC machines worden tegenwoordig direct bestuurd met files welke gemaakt zijn met CAM (Computer Aided Manufacturing) software pakketten. Dit betekend dat onderdelen direct van ontwerp naar productie kunnen, zonder dat er eerst productie tekeningen moeten worden gemaakt. Op zekere manier vallen CNC machines onder een speciale stuk van industriële robots, omdat ze programmeerbaar zijn om verschillende soorten taken te kunnen uitvoeren. CNC machines kunnen dag en nacht doordraaien zonder tussenkomst van de operator. Error detectie ontwikkelingen zorgen ervoor de machines de mogelijkheid hebben de mobiele telefoon van operator te bellen, wanneer bijvoorbeeld een stuk gereedschap defect is. Tijdens het wachten op de operator kan de machine doorgaan met een ander tool, totdat de operator is gearriveerd. In zeer geavanceerde systemen is het zelfs mogelijk dat machines grote hoeveelheden onderdelen maken zonder tussenkomst van de operator, dit met controle op maatvoering doormiddel van lasers en sensoren.

Kopieerdraaibank

Een voorloper van CNC-machines is de kopieer-draaibank. Een taster loopt hierbij over het te kopiëren object (de mal). Een of meer beitels maken vervolgens exact dezelfde beweging en maken zo een kopie. Ook frees- en slijpmachines konden via deze methode werken. Het grote nadeel was dat het maken van een mal heel tijdrovend was.

G-code

De meeste CNC-machines kunnen in 3 richtingen bewegen: X, Y en Z. De computer stuurt de machine over deze assen via G-code. Veelal gaat het om eenvoudig instructies als richting, snelheid, temperatuur en pauzes. Daarnaast is er nog M-code, deze wordt vaak gebruikt om ondersteunende functies als het wisselen van gereedschap aan te roepen. Zogenaamde CAD-programma’s zetten via een gebruiksvriendelijke interface instructies direct of indirect om in G en M-codes.

Verspanende technieken

De oudste CNC-machines gebruiken vooral verspanende technieken, bijvoorbeeld een freesmachine.