Ik heb acht maanden geleden weer een horecamakelaar moeten inschakelen. Ik heb zes panden in de binnenstad van Groningen en één van deze panden kwam in de financiële problemen. Dit is niks nieuws. Horecabedrijven gaan regelmatig over de kop door slecht beleid of tegenvallende bezoekersaantallen. Ik moet dan telkens weer aankloppen bij de horeca makelaar. Al meer twintig jaar huur ik altijd dezelfde horecamakelaar in. Deze man heeft een éénpersoonsbedrijf, maar heeft een netwerk dat gelijk staat aan twintig werknemers. Deze horeca makelaar regelt altijd binnen twee maanden een nieuwe huurder voor mijn panden. Wie wil er niet een horecabedrijf opstarten in het hartje van Groningen? Via dezelfde horeca makelaar kocht ik meer dan tien panden in de jaren ’80, de tijd dat de huizenprijzen nog laag waren. Ik voorzag een belegging die in de toekomst veel geld zou gaan opleveren. Gelukkig had ik gelijk. De huizenprijzen gingen verschillende malen over de kop en zonder iets te doen zag ik mijn kapitaal groeien. Vijf jaar geleden besloot ik om vijf panden te verkopen voor een competitieve prijs. Ik klopte daarvoor ook aan bij de horecamakelaar en hij regelde het. Binnen een half jaar waren alle vijf de panden verkocht en stonden er meerdere miljoenen op mijn bankrekening. Niet een slechte investering kan ik je vertellen. De horeca makelaar voorspelde toen al dat de huizenmarkt een zware tijd tegemoet zou krijgen. Hij had gelijk. Enfin, twee maanden geleden stond ik dus weer op de stoep bij de horecamakelaar. Ik moest weer op zoek naar een nieuwe huurder. Mijn horeca makelaar vertelde me destijds dat het waarschijnlijk een lange zoektocht zou worden. Weinig ondernemers geloven nog in de horeca. De strijd met de grote evenementen is hevig en door de economische crisis blijven mensen weg uit de binnenstad. Tot mijn grote opluchting lukte het mijn horecamakelaar om binnen drie maanden nieuwe huurders te vinden. Ze kwamen echter met een raar verzoek bij mijn horecamakelaar. De drie jonge jongens wilden het pand simpel en onopvallend houden. Het moest er van buiten niet uitzien als een club. Er kwam zelfs geen uithangbord. Het werd een club zonder naam. Ik vond het prima, als ik maar niet binnen drie maanden weer bij de horeca makelaar zou aankloppen. Dit beloofden ze. Ze hadden ongelijk. Hun uitgaansgelegenheid werd een grote hit en binnen een drie maanden waren twee huurders failliet gegaan. Ik kon terug naar mijn horecamakelaar.