Een alternatief voor autogeen snijden is plasma snijden. Sinds dat deze techniek er is, heeft plasma snijden in een aantal gevallen de voorkeur boven het autogene snijproces. Sommige materialen kunnen niet gesneden worden middels het autogeen snijden, bijvoorbeeld koper, brons, roestvast staal, mangaanstaal, aluminium en gietijzer. Dit is met plasma snijden wel een mogelijkheid. Er kunnen zowel rechte lijnen als contouren gesneden worden. Dit kan bovendien eventueel ook onder water of onder een waterdouche gebeuren. Op deze manier is er directe koeling, wat het vervormen van de gesneden materialen beperkt. Voor de persoon die het snijproces uitvoert, is het bovendien een stuk aangenamer werken.

Basisprincipe

Het basisprincipe van plasma snijden wordt gevormd door een elektrische boog. Een veelal koperen mondstuk is voorzien van een kleine boring. Deze kleine boring vormt de verbinding van een elektrode en het te snijden materiaal. Deze constructie maakt het mogelijk dat de temperatuur van het plasmagas kan oplopen tot ruim boven de 20.000 graden Celsius. De snelheid van de straal kan zelfs tegen de snelheid van het geluid aankomen. Met dit snijproces wordt een deel van het werkstuk weggesmolten, waardoor de gewenste snede ontstaat.

Kwaliteit

De kwaliteit van de snede die gemaakt is met plasma snijden is te vergelijken met de kwaliteit die ontstaan met behulp van autogeen snijden. Omdat plasma snijden een smeltproces is, kunnen echter wel wat oneffenheden ontstaan. Het vermogen is bovenin de snede hoger dan onderin, waardoor een oneffenheid ontstaat. Dit is echter prima te verhelpen door het systeem iets aan te passen.